pieter langedijk


Gevoelens hebben invloed op lichaam en geest
Ingezonden door: Drs. Pieter Langedijk (2008)pieter langedijk

 

Positieve hebben een positief effect, negatieve een negatieve invloed


Alles wat we doen, gaat, bewust of onbewust, samen met een positief of negatief gevoel. In het algemeen zeggen we tegen leuke dingen en ervaringen ‘Ha’of ‘Hoi’(erg leuk) of ‘bah’en ‘balen’
In het dagelijks leven gebruiken we voor leuke ervaringen woorden als: leuk, prettig, gezellig, fijn, of zelfs geweldig, fantastisch, heftig of ik ga uit mijn dak. Bij negatieve zaken en ervaringen gebruiken we woorden als: akelig, klote, ik word er gek van, balen, enz.  Negatief is ook dat je ergens ‘bang’ voor bent of er ‘verdrietig’ van wordt (‘het is om te huilen’) of zelfs depressief en het totaal niet meer ziet zitten. We kunnen deze toestanden in een lijstje zetten, zoals

Hoi +++
Ha ++
He (niet gek, gaat) +
Neutraal - - - - - - - - - - - - - - -  - - - - - - - - .
Bah –
Balen - -
Verdrietig - - -
Afschuwelijk - - - -(om er depressief van te worden)

Gevoelens en het lichaam

Gevoelens hangen nauw samen met een bepaald deel van de hersenen, dat zich aan de onderkant van de hersenen bevindt en limbisch systeem genoemd wordt. In dat systeem bevinden zich enkjele belangrijke onderdelen, namelijk: de Amygdala, die nauw samenhangt met opslaan van nieuwe emoties in het geheugen en het oproepen van herinneringen aan vroegere emoties, bij wat we doen, zien, horen, lezen, ruiken, enz. Het tweede centrum is de hippocampus; deze legt ervaringen vast en roept oude ervaringen op men iets doet, ziet, hoort, ruikt of ergens over praat. Het derde centrum is de hypothalamus, die de twee delen van het autonoom zenuwstelsel controleert, die ervoor zorgen dat alle organen in het lichaam goed functioneren,

Positieve gevoelens hebben een positieve invloed op het lichaam, negatieve een negatieve invloed. Dit blijkt heel duidelijk als men gevoelige apparaten op iemand aansluit, zoals de bekende leugendetector. Deze bestaat uit een combinatie van apparaten, een apparaat die de hartslag registreert, waarmee men dus kan zien hoe snel het hart klopt, hoe krachtig en hoe regelmatig. Een ander apparaat registreert de ademhaling, een derde apparaat wordt op de huid aangsloten en registreert de huidweerstand, die nauw samenhangt met de twee delen van het autonoom Zenuwstelsel, de sympathicus en de parasympathicus. Door stimulatie van de sympathicus gaat het  hart sneller kloppen, gaat men sneller in en uitademen, gaan de zweetkliertjes meer zweet afscheiden en worden de spieren meer gespannen.

De meest bekende, negatieve gevoelens zijn angst, boosheid en verdriet, maar ook je ergeren, wantrouwen en achterdocht, schuldgevoelens, je ergens zenuwachtig over maken en faalangst.

Werken gevoelens mee of tegen? (heeft men de wind tegen of mee/in de rug)

Gevoelens beinvloeden ook het denken, het geheugen, de concentratie en de wilskracht. De rechter hersenhelft hangt ook samen met gevoelens, maar meer met hogere gevoelens als gevoel voor schoonheid, willen helpen en liefde. De linker hersenhelft hangt nauw samen met denken, maar elke gedachte roept een positief of negatief gevoel op’a;s zodanig werkt de linker hersenhelft nauw samen met rechter hersenhelft en het limbisch systeem. Zo gauw men aan iets of iemand denkt, roept die gedachte of dat beeld een positief of negatief gevoel op, zoals aan een bepaald persoon, een film, eten (chinees of boerenkool) of drinken (wijn of karnemelk), een bepaald land waar men op vakantie is geweest (de stranden van Mallorca of de regen van Ierland) , een boek dat men gelezen heeft, een school, die men bezocht heeft, enz.

Gevoelens in relatie met concentratie 

Aandacht aan iets geven of zich op iets concentreren, hangen nauw samen met linker en rechter hersenhelften. Bij iets doen is er een groot verschil tussen iets doen dat men leuk vindt of wat men moet doen in opdracht van een ander. Gevoel is de kracht, die het zenuwstelsel en de spieren activeren. In het woord ‘emotie’ komt het nog duidelijker naar voren. Het woord ‘motie’ hangt samen met bewegen, zoals blijkt uit het woord motor, motoriek en motivatie.

Als men iets doet, dat men leuk vindt werkt het gevoel (limbisch systeem en rechter hersenhelft) samen met denken en het lichaam en alle organen daarin. Deze situatie kan men vergelijken met een fietser, die de wind in de rug heeft en bijna niet hoeft te trappen om vooruit te komen. Als men iets ‘moet’doen,  dat men niet leuk vindt, kan men dat vergelijken met een fietser, die tegen de wind in moet fietsen.

Als men iets doet dat men leuk vindt, kost het nauwelijks inspanning iets te doen, lijkt het of men  over meer energie beschikt, men zich fitter voelt en minder gauw moe word. Als men erg blij is over iets, komt er zoveel energie vrij, dat men springt en danst  van blijdschap. Dit ziet men bij het voetballen of als men een groot bedrag wint bij een loterij of als men ergens voor slaagt. Als men iets moet doen, vooral als men daaraan toegeeft en gaat klagen of kankeren.

Bij positieve gevoelens lijkt de tijd sneller te gaan

De tijdsbeleving is ook anders; leuke dingen lijken sneller te gaan, terwijl bij vervelende dingen, de tijd niet op lijkt te schieten, zoals wachten bij een bushalte, in een rij bij de bank of suipermarkt, voor een lift, bij een tandarts, enz.

Als men iets ‘moet’ doen, kan men dat vergelijken met een fietser, die tegen de wind in moet fietsen, als men dan ook nog slappe spieren heeft, is men snel moe; als men iets leuk vindt, vooral als men ergens enthousiast over is, kan men dat vergelijken met een fietser, die de wind in de rug heeft.

Positieve gevoelens versterken het afweersysteem

Positieve gevoelens hebben ook invloed op het afweersysteem; als men leuke dingen doet, of over leuke dingen praat, blijkt dat er meer rode en witte bloedlichaampjes in het bloed komen, wat na een half uur zelfs tot 30 % op kan lopen. Rode bloedlichaampjes zijn belangrijk voor het transport van zuurstof van de longen naar alle triljoenen cellen van alle organen, zoals het hart, de spieren, de hersenen, maag en darmen, de huid en de hersenen; de witte bloedlichaampjes kan men vergelijken met soldaten en politieagenten, die virussen, bacterieen en andere ongewenste zaken in het bloed en het lichaam opsporen, aanvallen en vernietigen. Ik las ergens dat we miljoenen rode bloedlichaampjes in een kubieke millimeter bloed zitten en dat er miljarden witte bloedlichaampjes in ons bloed aanwezig zijn.

Denken aan negatieve dingen, zoals een proefwerk, tentamen of examen waar men bang voor is, maakt dat het aantal rode bloedlichaampjes daalt waardoor er minder zuurstof in de longen opgenomen wordt en naar de cellen van het lichaam van het lichaam en de hersenen gaat en ook het aantal witte bloedlichaampjes daalt, waardoor bacterieen en virussen minder effectief aangevallen en vernietigd kunnen worden.

Witte bloedlichaampes worden ook minder sterk als men minder goed eet, met het gevolg dat men minder vitamines, mineralen en sporenelementen binnenkrijgt.
Het het boek Het Brein als Medicijn vertelt de psychiater Servan Scheiber dat twee minuten aan een ruzie denken maakt dat de slijmvliezen in de mond, die speeksel produceren voor enkele uren stoppen met produceren van afweerstoffen, die nodig zijn om bacterieen en virussen in het voedsel te doden. Door aan leuke dingen te denken komt de afscheiding van afweerstoffen sneller op gang.
Een belangrijke levenskunst is dus te proberen zoveel mogelijk dingen leuk te vinden of als minder negatief te zien of minder negatief te reageren op wat men ziet, hoort, leest of doet,  bijvoorbeeld door op houden je aan van alles en nog wat te ergeren of snel over iets te kankeren, zoals je werk, de rommel, die een kind maakt, de maatschappij, de buitenlanders, de belasting, het voedsel,  waardoor iets nog erger wordt dan het al is. Er zijn nu eenmaal dingen, die minder leuk zijn of gedaan moeten worden en het heeft geen zin daar eindeloos negatief over te doen. Veel mensen hebben de neiging overdreven negatieve woorden te gebruiken, zoals; stom in plaats van dom, vreselijk in plaats van niet-leuk, enz.

Je kunt iets minder negatief maken door minder heftig te reageren als men een slecht cijfer heeft behaald; in plaats van zeggen dat het ‘klote’ is, kan men zeggen: ‘niet leuk, volgende keer beter’.
Als men iets moet doen, dat men minder leuk vindt, zoals huiswerk maken, kan men het in kleine stukjes verdelen en dat over een langere periode verspreiden en leren hoe men moet studeren, zoals woordjes leren, een uittreksel maken, waardoor men iets beter begrijpt, iets beter onthoudt en betere resultaten behaalt.  Sommigen vinden het stoer staan, cool, om lekker te kankeren, maar men beinvloedt de eigen geest en lichaam op negatieve wijze waardoor men , op de lange duur, de negatieve vruchten plukt.

Hoe is men gedurende de dag, van uur tot uur?

Als men nagaat hoe de gevoelstoestand van iemand gedurende de dag is, ziet men dat sommige mensen, over het algemeen, de hele dag door, in een negatieve stemming bevinden, bijvoorbeeld mensen, die zich ergens snel boos over maken, die zich snel ergeren. Die negatieve instelling ziet men zeer sterk bij mensen, die zich moe voelen, slecht geslapen hebben of zelf burnout zijn, nog sterker bij mensen, die depressief zijn. Sommige mensen maken, over het algemeen, een opgewekte indruk, blijven zelfs opgewekt als ze iets ‘moeten’doen wat minder leuk is, zelfs als iets  minder goed verloopt dan ze verwacht of gehoopt hadden. Vaak vangen ze kleine en grote ‘tegenslagen’ wat filosofisch op, maken relativerende opmerkingen (hoort bij het leven).

De ha-Bah-schaal

Men zou elk half uur kunnen noteren hoe men zich voelt, bijvoorbeeld:
Hoi   + + +
Ha       + +
He           +
?====================================== 0-lijn
bah          -
balen    -   -
Bang  -  -  - 
Bedroefd/depressief  -  -  -  -
========================================================

Met welke gevoel staat men ‘smorgens op

Het is belangrijk met welke gevoelens men ‘smorgens opstaat en hoe men tegen die dag aankijkt. Sommige mensen denken ‘smorgens aan enkele prettige of leuke dingen, die ze gaan doen of leuke mensen, die ze die dag zullen zien of ontmoeten, anderen denken aan de verschillende minder leuke dingen, die ze die dag gaan doen, zoals in de file staan, werk dat ze vervelend vinden, waaronder een vergadering, enz.

Tijd van de dag
        
           7 – 8 – 9 – 10 -11 – 12 – 13 – 14 – 15 – 16 – 17 – 18 - 19 - 20 – 21- 21- 22 - 23 - 24

+++   ----------------------------------x-----------------------x-----------------x-----x----x--------x--------------
++     ---------------------x-----x-----------x------------------------x----x---------------------x-------------------
+       ----------x----x------------------------------x-----x---------------------------------------------------------
zo-zo========================================================
-       -x--x-----------------------------------------------------------------------------------------------------
- -     ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
- - -  ---------------------------------------------------------------------------------------------------------

Door elk half uur na te gaan hoe men zich voelt en dat te noteren, heeft men een aardig overzicht hoe men zich, over het algemeen, voelt, bijvoorbeeld: opstaan (Bah, ik voel me nog moe, slecht weer), wassen (haast-niet leuk), aankleden (vervelend-minder leuk), naar werk of school gaan (redelijk, maar file vreselijk), met bepaalde mensen praten (leuk); op het werk telefoneren over het werk (- ) of privé-gesprekken (om 12 uur lunch + + + ), het werk zelf (+ +) of bepaalde onderdelen daarvan ( - - - ), vergaderen (+ + gezellig), einde werk (+ + + ; terug naar huis (redelijk); thuiskomst, samen koffie drinken (gezellig); avondmaaltijd (gezellig); TV-uitzending (interessant nieuws), daarna voetbal (erg leuk), naar bed (nog leuker)

Gelijkmatig of wisselen met hoge pieken en dalen.

Sommige mensen zijn vrij gelijkmatig, je weet wat je aan ze hebt, anderen kunnen enorm snel wisselen (uit hun slof schieten). Dit zie je vooral als iemand moe is en negatieve ervaringen achter de rug heeft, die men opgepot heeft, bijvoorbeeld een vader, die moe van het werk thuis komt en snel kwaad wordt en gaat schreeuwen of zelfs slaan als een kind iets doet wat hem irriteert.

Mensen, die snel wisselen en van de ene op de andere seconde boos of verdrietig kunnen worden hebben meestal een slechte controle over zichzelf, d.w.z hun gevoelens, die nauw samenhangen met het limbisch systeem; het volwassen deel in hen is vaak zwak, wat samenhangt met de frontaalkwab.  Dit snelle wisselen, ziet men vaak bij ADHD-kinderen. Kinderen in het algemeen snel blij, snel boos en verdrietig,  Gevoelens hangen, volegsn de VOK-theorie, nauw samen met de kind-lagen in de mens, maar ook met de goede en boze ouder.

De school, de vakken, de docenten, enz

Voor leerlingen zijn de vele aspecten van de scholen belangrijk. Ofmen een vak leuk vindt, hangt nauw samen met de boeken voor dat vak, de resultaten, die men behaalt, de docent, die men daarvoor heeft en hoe deze lesgeeft, de sfeer in de klas, die per les kan verschillen, de relatie tussen leerling en docent, de hoeveelheid huiswerk, die men moet doen, enz. Elk van die aspecten kan men nader onderzoeken, bijvoorbeeld hoe het komt dat men voor een bepaald vak slechte cijfers behaalt wat samen kan hangen met de manier van studeren. 

Sommige leerlingen vinden geschiedenis wel leuk, anderen vinden geschiedenis vreselijk. 30 procent van de leerlingen is min of meer dyslectisch en hebben daarom problemen met lezen van boeken, vooral als ze niet weten hoe ze een boek moeten bestuderen. Dit hangt onder andere samen met de woordenschat en weten hoe men een uittreksel kan maken.

Boeken zijn vaak saai, teveel tekst met teveel moeilijke woorden en te weinig plaatjes.
Veel docenten zijn autoritair en geven niet goed les. Dit wordt erger als leerlingen problemen hebben met omzetten van gesproken woorden in beelden en begrippen, die in de hersenen opgeslagen kunnen worden.

Elk van die aspecten kan men een waardering geven. Hoe meer lage beoordelingen, hoe groter de kans dat men problemen heeft met zich concentreren en Faalangst tijdens een proefwerk of tentamen.

Het gedrag en de omgang van een leerkracht of docent in een klas of groep kan men, globaal, verdelen in positief of negatief. Positief is rustig reageren op afwijkend gedrag, meer op het goede letten en complimentjes geven, alleen ingrijpen als het echt uit de hand dreigt te lopen, op voet van gelijkheid met leerlingen omgaan en zich niet superieur gedragen, meeleven met een leerling als deze slechte resultaten behaalt, terwijl hij of zij wel goed zijn of haar best heeft gedaan, geen hatelijke of cynische opmerkingen maken, vooral niet in het openbaar.

De autoritaire leerkracht of docent gedraagt zich vaak superieur, laat merken wie er de baas is, maakt zeer negatieve opmerkingen in geval van afwijkend gedrag, enz. In de VOK-theorie woirdt dit gedrag de ‘Boze Ouder’genoemd. De goede docent, zal vooral Ha-gevoelens bij de leerlingen oproepen, autoritair gedrag roept over het algemeen Bah-gevoelens op.

Negatieve onderwijzers, die zware straffen opleggen hebben een negatieve invloed op de prestaties; hierdoor gaat een leerling minder goed functioneren, krijgt gespannen spieren, voelt zich minder blij of wordt zelfs bang. Bij mondelinge proefwerken, tentamens is de kans groot dat men minder goed presteert dan zou kunnen als men zich ontspannen zou voelen.

Velen vinden de school niet leuk, maar wel een of meer leerlingen - vrienden die ze dagelijks ontmoeten. Velen vinden een of meer lessen niet leuk, sommigen alle lessen en alle docenten, maar vaak gaat dat samen met ook geen vrienden hebben, dus niet leuks om naar uit te zien, als men ‘smorgens naar school gaat. Belangrijk is dat men een goede relatie heeft met een aantal leerlingen, zodat men daardoor toch leuk vindt naar school te gaan. Velen vinden huiswerk maken en studeren niet leuk, maar door tevens naar muziek te luisteren, probeert men zichzelf wat blijer te maken.

Familie, vrienden, kennissen, enz.

Aan de hand van de gevoels-schaal, kan men mensen beoordelen, zoals een vriend of vriendin (Ha of hoi), een collega (ha of bah), chef, broers en zusters, vader en moeder, oma, buren, enz.
Men kan proberen negatieve dingen zoveel mogelijk vermijden, maar soms is dat niet mogelijk en moet men proberen ermee te leven (een vriend van me kankert enorm als er een file is, ik zeg dat we daardoor geen millimeter sneller vooruit gaan, dat we beter naar mooie muziek kunnen luisteren). Sommige mensen verstaan de kunst om zich bij iedereen op zijn of haar gemak te voelen.

De kunst minder negatief te reageren en ‘er iets van proberen te maken’

Elk mens moet dagelijks een portie dingen doen, die minder leuk zijn, dat geldt onder andere voor huisvrouwen, die elke dag weer moeten koken, stofzuigen, de was doen, bedden opmaken, afwassen, enz.  Je kunt constant mopperen, maar het ook zien als een training om de wil sterker te maken en erover nadenken hoe men het handiger aan kan pakken, misschien anderen inschakelen, zoals kinderen. Bij studenten, samen studeren, anderen vragen te helpen. Een goede studiemethode hebben, waardoor men sneller studeert met grotere kans op succes.

Je kunt ook een ‘beloning’in het vooruitzicht stellen, bijvoorbeeld als ik dat en dat klaar heb, mag ik van mezelf een kop koffie drinken. Iets lekkers eten. Je kunt iets doen om iets te winnen of iets negatiefs te ontlopen, zoals straf, wat een minder goede zaak is
De opvoeding schijnt vooral gericht te zijn op het geven van beloningen als men doet wat de ander van je wil, of het vermijden van straf in de vorm van kritiek, schelden, vernederen of lichamelijk geweld.

Als we naar de scholen kijken, kunnen allerlei onderdelen positief of negatief gewaardeerd worden, niet alleen wat betreft de vakken, maar bijvoorbeeld ook de docenten. In geval van een onderzoek kan men de leerling om een algemene indruk van elke leraar vragen, men kan ook vragen stellen over een aantal deel-aspecten, bijvoorbeeld over de wijze van lesgeven; hoe vaak een bepaalde docent een schriftelijk proefwerk of mondelinge beurt geeft en hoe zwaar iemand een fout rekent; of een docent orde kan houden; of ermee te praten valt als je vindt dat hij of zij een te laag cijfer heeft gegeven; hoe veel geduld hij of zij heeft; hoe hij of zij straft, enzovoort.

Zo is ook na te gaan hoe de leerling de boeken voor elk vak vindt: bijvoorbeeld goed geschreven, veel of weinig moeilijke woorden, heldere voorbeelden met veel of weinig afbeeldingen, enzovoort. We kunnen vragen hoeveel huiswerk de leerling voor elk vak opkrijgt, hoe hij dat bestudeert, of hij dat alleen moet doen, of dat de ouders kunnen helpen en/of overhoren. Als men goed uitgeslapen is, ziet men ergens minder tegenop en is het minder negatief dan wanneer men moe is of laat op de avond. Dus studie zo indelen dat men zichzelf vrij fit voelt, niet tot het laatste uitstellen.

HA en Bah-gevoelens in relatie met de Basic-needs van Maslow

Maslow ontdekte dat elk mens geboren wordt met een aantal basisbehoeften, die in grote mate bevredigd moeten worden om tot een goede en positief ingestelde volwassene uit te kunnen groeien. Deze kan men ook bekijken vanuit het standpunt van zich ha of bah voelen, bijvoorbeeld:
genoeg te eten krijgen hangt samen met ha-gevoelens, honger met bah-gevoelens. Zich veilig voelen hangt samen met ha-gevoelens, zich onveilig voelen, wat samen gaat met angst, verdriet, enz hangt samen met bah-gevoelens.
Leuk met je ouders kunnen praten geeft een ha-gevoel, ouders, die kankeren,  veel kritiek geven of niet met je praten omdat ze het druk hebben, enz roepen bah-gevoelens op.
Gevoel dat je ouders van je houden roept een ha-gevoel op, kankeren op je, kritiek, enz roepen bah-gevoelens op.

In relatie met VOK-theorie

De negatieve gevoelens hangen nauw samen met het ‘niet-okay-Kind in de mens’, zoals het boze kind, bange kind, verdrietige kind. Als we iets prettigs ervaren, zien, horen, enz reageert het blije kind in ons. Negatieve ervaringen kunnen ook het gevolg zijn van ander mensen, bij kritiek vooral als de ander overdrijft; dan reageert een van de kindlagen. We voelen ons dan aangevallen.
Negatief is ook als men negatieve opmerkingen tegen zichzelf maakt, daar kan men mee ophouden, vooral als men begrijpt hoe men zichzelf daarmee schade berokkent. 
(aa-ha-bah 2011)


Drs. Pieter Langedijk

www.pieterlangedijk.nl